Duurzaam leven is urgent, geen trend.
€€€
€
WHY DOES FADIS ON THE NOORDEREILAND WORK SO WELL FOR EVERYONE?
Het Voedingscentrum heeft de volgende tips om duurzaam te eten:
Eet niet te veel en verminder je energie-inname bij een te hoog lichaamsgewicht.
Neem minder zoete dranken, snoep, koek en snacks. Je lichaam heeft deze producten niet nodig, maar het maken ervan is ecologisch belastend doordat er veel bewerking in een fabriek nodig is. Je kunt het beste kiezen voor onbewerkte of weinig bewerkte producten, zoals groente, fruit, peulvruchten en volkoren graanproducten waar veel voedingstoffen in zitten en niet veel calorieën.
Verspil geen voedsel. Verminderen van voedselverspilling levert een grote bijdrage aan het duurzaam maken van je huishouden.
Eet minder dierlijke en meer plantaardige producten. Dat zorgt voor minder broeikasgassen en landgebruik. Vlees en zuivel zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van het broeikaseffect van de Nederlandse landbouw. Vooral rundvlees en in iets mindere mate kaas scoren hoog. Wat veel effect heeft op de broeikasgasemissie is minder vlees eten en dit vervangen door peulvruchten, noten en vis. Een verschuiving van rundvlees naar kip heeft ook duidelijk duurzaamheidseffect. Bij keuze voor kip en ei spelen dierenwelzijn-aspecten een rol.
Eet peulvruchten, ongezouten noten en vis in plaats van (rood en bewerkt) vlees. Klimaatbelasting en energiegebruik van noten zijn gunstiger dan van vlees en vergelijkbaar met ei en iets minder gunstig dan peulvruchten. Pinda’s zijn het gunstigst, gevolgd door Europese soorten zoals kastanje, walnoot, hazelnoot en pistachenoot.
Eet 1 keer per week vis, bij voorkeur vette vis. Kies daarbij de duurzame vissoorten. Duurzame vissoorten zijn te herkennen aan het MSC-keurmerk voor wilde of ASC-keurmerk voor kweekvis. De VISwijzer geeft aanvullende informatie. Haring, makreel en zalm zijn bijvoorbeeld een prima keuze.
Vanuit duurzaamheidsperspectief is het raadzaam niet meer zuivel te gebruiken dan je nodig hebt. Daarbij gaat de voorkeur uit naar vloeibare zuivel, zoals melk of yoghurt in plaats van kaas, dat een hoge milieubelasting heeft. Sojadrink heeft een lagere milieu-impact dan melk, maar kan niet zomaar melk vervangen. Sojadrink is meestal van verantwoorde soja gemaakt, zodat het niet ten koste gaat van het regenwoud.
Drink vooral kraanwater en (groene/zwarte) thee, in plaats van suikerhoudende dranken en alcohol. Vanuit duurzaamheid is het beste om kraanwater te drinken. Een tweede optie is thee of koffie. Warme dranken hebben met name door het koken van water een impact op energiegebruik. Voor thee is dat lager voor koffie. Alcoholische en suikerhoudende dranken zoals frisdrank en vruchtensappen hebben een hoge milieubelasting. Kies bij koffie en thee vanwege de arbeidsomstandigheden voor Fairtrade-Max Havelaar, Rainforest Alliance of Utz Certified-keurmerk.
Gebruik van dagelijks ruime hoeveelheden aardappelen, groente, fruit en graanproducten geven een lage klimaatbelasting, watergebruik en landgebruik. Geef de voorkeur aan milieuvriendelijke varianten volgens de groente- en fruitkalender. Goede groentekeus het hele jaar rond: bleekselderij, bloemkool, broccoli, ijsbergsla, koolrabi, prei, raapjes, radijs, rode biet, rode kool, spitskool, spruiten, tomaat, ui, wortelen, witlof, witte kool. En voor fruit: ananas, appel, banaan, druif, granaatappel, grapefruit, mandarijn, meloen, nectarine, peer, pruim, sinaasappel. Een duurzame teeltwijze is herkenbaar aan het duurzaamheidskeurmerk On the way to PlanetProof of biologisch keurmerk. De voedingswaarde van conserven (diepvries, glas, blik) is bijna hetzelfde als van verse groente. Buiten het seizoen kost het minder energie om voor conserven te kiezen dan voor kasgroenten en ingevlogen groenten.
De manier waarop je eten bereidt, kan helpen om zuinig met energie om te gaan.
Jij, als consument, hebt meer macht dan je denkt. Simpelweg omdat je iedere dag opnieuw kiest wat er wel én niet op je bord terecht komt. Heb je er wel eens bij stilgestaan dat je met je dagelijkse boodschappen de wereld kunt veranderen? Of op z'n minst een beginnetje kunt maken? Kies jij in de winkel voor producten die op een goede manier zijn gemaakt en onder vriendelijke omstandigheden - in welke schakel van de voedselketen dan ook - dan ben je constructief bezig. Onze trouwe aarde, met alles wat daarop groeit, bloeit en leeft, vraagt erom. Kijk om je heen. We moeten beter voor elkaar en onze omgeving zorgen.
Duurzaamheid is een breed begrip. De één denkt aan dierenwelzijn, de ander aan de natuur of eerlijke handel. De term duurzaamheid is gedefinieerd in het VN Brundtland-rapport uit 1987. De Food and Agricultural Organization van de VN heeft daarvan een definitie afgeleid voor voedselpatronen: “Duurzame voedselpatronen zijn voedselpatronen met een lage milieubelasting, die bijdragen aan voedselveiligheid en gezondheid voor de huidige en toekomstige generaties. Het voorzien in de behoeften van de wereldbevolking betekent dat er voldoende, gevarieerd, gezond en veilig voedsel beschikbaar is en dat dit eerlijk verdeeld is.”
Er is ook een bredere definitie van duurzaamheid vanuit de overheid. Daarin betekent duurzaam voedsel een productie en consumptie met respect voor mens, dier en milieu. Het gaat bij duurzaam dus niet alleen over milieu en klimaat zoals in de eerste definitie, maar ook over andere voedselkwaliteitsaspecten zoals:
Dierenwelzijn
Natuurbehoud
Milieu en klimaat
Eerlijke handel (fair trade).
Jumbo
Lidl
Amazing Oriental Rotterdam-Katendrecht
Bakkerswerkplaats
Fenix Food Factory €€
FC Walhalla
De Matroos en Het Meisje €€
Kate - market & café
Deli Bird
Kwiezien
POSSE koffie €€
C.E.O €€€
Vislokaal Kaap €€
Pizzeria Trattoria Bleij
Smikkelshop
Ceviche y Maas €€
Ricetables
Borrelboot Rotterdam
Meneer Tanger
Bistrot du Bac €€
Burro e Salvia
Kopi Soesoe €€
Café De Ouwehoer €€
The LisaMarie
Café Norge €
Kaapse Brouwers €€
Maar nu Rotterdam helemaal ‘hot’ is, klinkt er ook gemor over de verandering die de stad heeft ondergaan. Leuk hoor, al die nieuwe theaters, hippe kofffietentjes en ‘food factories’, maar alleen toegankelijk voor een elite, niet voor alle Rotterdammers. Sterker, de armere inwoners van de stad zijn de dupe, want de keerzijde van de ‘renaissance’ van de stad is dat die groepen uitsluit. De opgeknapte wijken zijn erop vooruitgegaan, maar alleen voor degenen die zich kunnen permitteren er te blijven wonen, aldus Brian Doucet, hoofddocent Urban Studies aan het Erasmus University College.
In theorie zou gentrificatie gunstig moeten zijn voor alle inwoners. De toenemende welvaart zou moeten doorsijpelen van boven naar beneden, bijvoorbeeld in de vorm van werkgelegenheid. Doucet ziet er weinig van terug. „Ja, er worden banen gecreëerd, maar voor wie zijn die banen? Niet voor de gewone man en vrouw op zuid. De ongelijkheid wordt er alleen maar groter op.”
Recente cijfers van het CBS lijken Doucet gelijk te geven. In het rapport Armoede en sociale uitsluiting van december voert Rotterdam het lijstje aan van Nederlandse gemeenten met het hoogste aandeel van huishoudens met een laag inkomen. Ook is in Rotterdam het verschil tussen arm en rijk de laatste jaren toegenomen, al wijkt Rotterdam hierin niet af van de andere grote steden.
Grootste problemen: een voorraad van 10.000 vervallen woningen van particulieren waar de gemeente nauwelijks greep op heeft, en hardnekkige werkeloosheid. Het afgelopen jaar is het aantal mensen op zuid met een uitkering alleen maar toegenomen, tot meer dan 15.000. Ook Pastors constateert: „Deze mensen maken weinig kans bij jonge innovatieve bedrijven of hippe horeca. Zij zijn meer aangewezen op de oude economie waar nog ongeschoold werk te vinden is.”
Anders dan Doucet ziet Pastors gentrificatie echter ook niet als probleem. „Ik vind het een nogal smalle analyse om het weg te zetten als oorzaak van een toenemende tweedeling in de stad als geheel. Sommige delen zijn er geschikt voor, vaak door hun ligging en het type woningen. Maar het zijn maar kleine buurtjes die zo de weg naar boven vinden.”
Zo bezien hoeven opwaardering en aanpak van de armoede elkaar niet in de weg te zitten. Toch kan Pastors zich wel vinden in de kritiek dat de gemeente meer kan doen om het gat tussen rijk en hip Rotterdam en arm en vervallen Rotterdam te verkleinen. „Ik vind dat een verwijt dat je de beleidsmakers wel degelijk kunt maken: dat ze zich heel erg richten op het verbeteren van de kwaliteit van de stad, maar vergeten ervoor te zorgen dat de groepen waar ze eigenlijk het hardst voor aan de slag zouden moeten gaan, daarvan meeprofiteren.”
Wat Erasmus-onderzoeker Doucet betreft gebeurt dat door naar een gemengde stad te streven: „De gemeentelijke politiek zou kunnen zeggen: laten we sociale woningbouw in die opgewaardeerde wijken behouden, zodat het niet alleen zones voor rijke mensen worden.”
Katendrecht is voor hem geen voorbeeld van hoe het zou moeten. „Dat is een soort microcosmos voor wat er in Rotterdam gebeurt. Er is daar nog steeds een scheiding. Vroeger was het hele gebied een no-go area voor de middenklasse. Nu ook, maar een kleiner deel: de grenzen zijn verschoven, maar niet vervaagd. De gewone mensen die al jaren op Katendrecht wonen, wat hebben die met de Fenixloods en het Deliplein? Is het beter voor hen geworden?’
Duurzaam leven is urgent, geen trend.
Voor mijn project over inclusive gentrification heb ik gekozen om de buurt Katendrecht te onderzoeken. Ik heb zelf een tijdje in de Fenix Food Factory gewerkt, een plek waar verse en lokale producten worden aangeboden. Deze plek trekt voornamelijk toeristen en nieuwe hippe bewoners uit de buurt aan, terwijl er in dezelfde buurt veel meer soorten mensen wonen. Mensen die al in de buurt woonden toen nog niemand anders er iets te zoeken had. Ik vroeg me af waarom deze mensen zich niet aangetrokken voelen tot de loods, omdat ik wel vind dat het duurzame (lokale, verse) wat de loods promoot voor veel mensen toegankelijk moet zijn, zeker nu het zo slecht gaat met het milieu. Voor mijn interventie ging ik de straat op om mensen te vragen naar hun mening over de loods, en duurzaamheid in het algemeen. Al gauw kwam ik erachter dat de buurtbewoners totaal niet enthousiast waren over de loods. Het is te duur, er komen alleen maar hipsters en ze ‘moeten dat hier helemaal niet hebben met al die toeristen en zo’.
Duurzaamheid heeft een bepaald uiterlijk binnen de horeca. Industrieel, hipster, en redelijk prijzig. Een bepaalde formule die lijkt te werken voor veel mensen, maar ook averechts lijkt te werken voor andere mensen. Mensen die bij het zien van deze visuele identiteit bewust de keuze maken om niet naar binnen te stappen. Dit is jammer, want nu meer dan ooit is het belangrijk om te letten op wat voor afdruk de mens achterlaat op het milieu en wat te doen om deze minder drastisch of zelfs non-existent te maken.
Het komt dus neer op een soort visuele exclusiviteit. Het urban, Susan Bijl tassen, hipster effect wat het met zich meedraagt nodigt misschien wel de nieuwe bewoners van de stad uit, maar het werkt ook juist averechts. Ik moest meteen denken aan Fadi. Deze vrouw heeft op het Noordereiland, officieel Rotterdam Zuid en niet heel ver van Katendrecht vandaan, een Turks restaurantje. Het ziet er niet ‘hip’ uit, zoals al die urban koffietentjes waar je uit drie soorten havermelk kan kiezen, het is best simpel met een licht Midden Oosters tintje. Hier komen mensen van over het hele eiland. Jong, oud, zakenlui tot de buren. Ik vroeg me af wat haar nou zo populair maakt. En wat er zou gebeuren als we duurzaamheid mixen met tentjes als deze, waar zoveel diversiteit qua klanten is en waar de hele buurt zich welkom voelt.
Dus hoe maak je duurzaamheid aantrekkelijk voor iedereen? Niet zo hard roepen dat het duurzaam is! Wanneer iets vegetarisch of vegan is hoeft dat er niet zo enorm naast te staan. Wanneer iets met lokale producten is bereid, adverteer dat dan niet buiten op het uithangbord alvast. Maak duurzaamheid de norm, en gebruik het niet als een verkooppraatje. Zo kwam ik op het idee om de meest duurzame recepten en gerechten te promoten van bijvoorbeeld restaurants. Als voorbeeld heb ik Fadi genomen, die haar linzensoep aanbiedt. Peulvruchten zoals bonen en linzen zijn voedzaam en de teelt vormt geen aanslag op het milieu. Ook is de manier waarop linzen vervoerd worden, namelijk gedroogd per boot, van lage milieubelasting. Door deze soep te promoten binnen de zaak en het recept uit te delen, zullen mensen een zeer duurzame keuze maken.
Fadi is erg bekend op het Noordereiland, mensen vertrouwen haar en weten dat wat ze aanbiedt van goede kwaliteit is. Door de meest duurzame keuze aan te bevelen zonder nadrukkelijk te vermelden dat het de meest duurzame keuze is, kiezen mensen onbewust voor een gezondere en milieuvriendelijkere maaltijd.
Het interview met Fadi, ik vraag haar hoe het komt dat de klanten die bij haar komen zo divers zijn, waar ze haar producten vandaan haalt en of ze duurzaam te werk gaat.
1. Zou ik u misschien wat mogen vragen over de Fenix loods?
Geen tijd.
2. Hoi, ik doe een onderzoek naar de verschillende klanten binnen de Fenix loods, zou ik u misschien een paar vragen mogen stellen?
Ja.
Woont u hier op Katendrecht?
Ja.
Waar woont u ongeveer?
Hier aan het begin. (Atjehstraat)
En doet u uw boodschappen wel eens bij de Fenix Food Factory?
Nee nooit.
Waarom niet?
Hoef ik niet. Ik ga gewoon naar de supermarkt. Daar hebben ze alles wat ik zoek.
Maar de Fenix loods biedt wel producten aan die goed voor het milieu zijn bijvoorbeeld. Houdt u daar in de supermarkt ook rekening mee?
Nee totaal niet. Ik moet gaan. Succes nog.
3. Hallo mevrouw, ik doe een onderzoek naar de verschillende klanten binnen de Fenix loods, zou ik u misschien een paar vragen mogen stellen?
Eh ja, maar ik weet daar niet veel van!
Woont u hier op Katendrecht?
Nee.
Oh het spijt me, maar dan houdt het op…
Joe.
4. Hoi, ik doe een onderzoek naar de verschillende klanten binnen de Fenix loods, zou ik u misschien een paar vragen mogen stellen?
Ja natuurlijk!
Woont u hier op Katendrecht?
Ja, ik woon op de stoombootveer, ligt daarachter ergens.
Komt u vaak in de Fenix loods?
Nee, heb daar niks te zoeken.
Maar de Fenix loods biedt wel producten aan die goed voor het milieu zijn bijvoorbeeld.
Oke.
Let u daar wel op als u uw dagelijkse boodschappen doet?
Ja een beetje. Naja niet echt eigenlijk.
Waarom niet?
Ja het maakt me niet echt uit. Eten is eten.
Maar als u bijvoorbeeld in de Fenix loods uw boodschappen zou doen dan hoeft u er ook niet echt bij na te denken, omdat alles al milieuvriendelijk is.
Ja luister ik hoef daar niet te komen. Ik zit er niet op te wachten en zij ook niet op mij. Is er nog iets?
Nee dat was het wel… Bedankt!
Geen probleem.
5. Hoi, ik doe een onderzoek naar de verschillende klanten binnen de Fenix loods, zou ik u misschien een paar vragen mogen stellen?
Nee.
De tips worden neergelegd bij Fadi op de toonbank, zo kunnen mensen ze meenemen en eventueel ook meteen bestellen, of juist meenemen na het bestellen.
Katendrecht
Voor mijn volgende interventie:
Gerichter vragen stellen;
Weet aan wie je de vragen stelt;
Ga er in alsof het een gesprek is en niet alsof het een interview is;
Weet waar je het over hebt
De interviews die ik afnam op Katendrecht gaven geen echt beeld van de mensen daar behalve dat ik het idee kreeg dat ze me er niet hoefden. Dit was compleet terecht, ik ging er heen met de instelling om mensen te helpen. Ook al waren het maar een paar korte vragen, ik heb na gesproken te hebben met ongeveer 5 mensen de handdoek al in het vuur gegooid omdat ik mezelf totaal niet op mijn gemak voelde. Ik denk dat het in het vervolg belangrijker is om beter onderzoek te doen naar wat ik precies wil weten van de mensen, en ook niet bepaalde antwoorden te verwachten. Ik had een soort idee in mijn hoofd van wat de responses zouden zijn, terwijl ik daar helemaal geen invloed op heb, of hoor te hebben voor een betrouwbaar antwoord. De tweede keer dat ik een interview ging doen, met Fadi op het Noordereiland, ging het veel beter. Ik had een paar vragen opgesteld waarop ik het antwoord sowieso wilde weten, en verder liet ik het open. Ook was het prettig om gericht vragen te kunnen stellen, omdat ik al iets over de persoon wist. Ik ging het interview meer in alsof het gewoon een gesprek was in plaats van alleen vragen vuren. We dronken samen een kopje thee, hadden het over het suikerfeest van vorige week en over de verjaardag van haar dochter. Ook merkte ik bij het tweede interview dat ik oprecht geïnteresseerd was in wat Fadi te vertellen had, in plaats van dat ik gewoon zat te wachten op de antwoorden die ik zocht. Het ging heel natuurlijk, waar ik bij de interviews op Katendrecht juist heel erg zenuwachtig was en heel gauw op gaf omdat ik me zo ongemakkelijk voelde. Ook is weten waar je het over hebt erg belangrijk. Zo word je niet onverwachts voor het blok gezet.